Rubber is poreus. Daardoor verliest een band per maand ongeveer 0,1 bar aan spanning. Als je met onderspanning rijdt, slijten je banden sneller en heb je minder grip op de weg, wat gevaarlijk kan zijn. Ook verbruiken auto's met te zachte banden meer brandstof of elektriciteit. Check daarom minimaal elke twee maanden je bandenspanning. Dat is beter voor het milieu, je veiligheid en je portemonnee.
Juiste bandenspanning
Wat is de juiste bandenspanning voor jouw auto? Dit staat op de sticker aan de binnenkant van het brandstofklepje of in de deurstijl. Je vindt het ook in het instructieboekje van de auto.
Te lage bandenspanning
Rijden met een te lage bandenspanning is niet zonder risico of gevolgen. Het kost je geld en is onveiliger, denk bijvoorbeeld aan:
- Langere remweg bij noodstop;
- Onveiliger weggedrag;
- Meer kans op een lekke band of klapband;
- Kortere levensduur van je banden, dus hogere kosten; en
- Hoger brandstofgebruik.
Doe de bandencheck
Check elke twee maanden je bandenspanning. Doe dat bij voorkeur als ze koud zijn. Als je minder dan 5 kilometer hebt gereden, zijn je banden nog koud genoeg.
Bij de VACO-bandenspecialist kan je de bandenspanning laten controleren en de banden oppompen. En vergeet je reserveband niet te controleren.
Hoe check ik mijn bandenspanning?
Je bandenspanning controleren en je banden bijvullen is zo gedaan. Heb je geen eigen bandenspanningsmeter, dan kan je ook bij de meeste benzinestations terecht. Bij de bandenpomp check je (vaak) tegen betaling je banden en kan je ze gemakkelijk bijpompen. Dat doe je zo:
- Draai de dopjes van je ventielen los.
- Gooi geld in de bandenpomp en stel de goede bandenspanning in.
- Zet de bandenpomp op het ventiel. Zorg ervoor dan het mondstuk recht op het ventiel staat
- Houd het mondstuk aangedrukt op je ventiel. Je band wordt opgepompt. Bij de juiste bandenspanning geeft de bandenpomp een piepje.
- Hang het mondstuk weer terug aan de pomp en draai je ventieldopjes weer aan.